Mijne reizen over Java en Madura hebben mij in de gelegenheid gesteld, vele nog onbeschrevene soorten van Blennioïden en Gobioïden te ontdekken. - De tegenwoordige kennis der Indische soorten van deze familiën is tot heden toe zeer onvolledig. Sedert de uitgave der Xle en Xlle deelen van de Histoire naturelle des Poissons van Cuvier Valenciennes (1836 - 1837) is die kennis, voor zooverre mij bekend is, nagenoeg niet uitgebreid geworden. In dat werk worden de volgende soorten vermeld, als in den Soenda-Molukschen Archipel levende.
[ ... ]
Mijne verzameling bevat in het geheel 57 soorten van Blennioiden en Gobioiden, en wel: 4 soorten van Salarias , 1 van Philypnoides , 1 van Philypnus , 9 van Eleotris , 32 van Gobius , 4 van Apocryptes , 1 van Trypauchen , 2 van Amblyopus , 1 van Sicydium , 1 van Periophthalmus en 1 van Boleophthalmus .
Van de door den heer Valenciennes als tot den Soenda-Molukschen Archipel behoorende vermelde species, komen in mijne verzameling voor, de hierbovengenoemde met een * geteekende, dus slechts 8, zoodat het aantal der species van gezegden Archipel thans tot 80 gebragt en ahoo verdubbeld is. Een nieuw bewijs, in welke hooge mate nog onvolledig is, de Ichtyologische kennis, welke men van deze gewesten bezit.
Behalve de bovenbedoelde 8 soorten, bevat, mijne verzameling nog meerdere species, die reeds in de wetenschap bekend zijn, hoezeer men niet van ze wist, dat ze ook in den Soendaschen Archipel leven. Deze zijn: Eleotris humeralis CV., Gobius giuris Ham. Buch., Gobius kokius CV., Gobius quinquestrigatus CV., Trypauchen vagina CV., Amblyopus gracilis CV. en Sicydium lagocephalum CV., dus 7 soorten. Deze 13 species niet gerekend, zijn alle ovefige nieuw voor de wetenschap. Een verbazend resultaat, wanneer men nagaat, dat Java reeds sedert lang en herhaaldelijk door kundige natuuronderzoekers is bezocht geworden. De meeste der door mij ontdekte soorten behoorert tot het geslacht Gobius , waar aan Java buitengemeen rijk is. Merkwaardig is het voorkomen op Java , van representanten van eene species ten van Sicydium , Amblyopus en Trijpauchen ; merkwaardiger nog van Philypnus . , , De soort, welke in de zilte wateren der vischvijvers en der reede van Soerabaija leeft, en in habitus veel op een' kleinen Ophicephalus gelijkt, heb ik naar die gelijkenis Philypnus ophicephalus genoemd. Zij moet groote overeenkomst hebben met Philypnus ocellicauda Richards. van Bocca Tigris , beschreven in de Zoologie van de Voyage of H. M. S. Sulphur, under the command of Sir Edw. Belcher, welk werk echter niet ter mijner beschikking is. De korte diagnose dezer soort, voorkomende in Erichson's Archiv für Naturgeschichte 1844. II. p. 197, past nagenoeg geheel op mijnen Philypnus , doch is ongenoegzaam, om over de identiteit van beiden te beslissen.
Ik heb slechts één nieuw genus gevormd en wel uit een klein vischje, dat in de rivier bij de hoofdplaats Soerakarta in Midden Java leeft, en ongeveer in dezelfde verhouding staat tot Philypnus , als Gobioides tot Gobius . Ik heb het Philypnoides genoemd. Het heeft de gehemelte-tanden van Philypnus , doch slechts eene enkele onverdeelde rugvin. Van alle Gobioiden en Blennioiden mijner verzameling heb ik diagnostische beschrijvingen ontworpen., die hieronder volgen. Ik heb nieuwe diaenoses van de reeds bekende soorten mijner collectie niet overbodig geacht, en zou ze ook. van de overige Soenda-Moluksche soorten gegeven hebben, indien ze in inijn bezit waren. Voor zoovere mij bekend is, zijn de soorten dezes Archipels thans de volgende.
Op de fauna van Borneo:
[ ... ]
[ ... ]
[ ... ]
Pinnae ventrales completae liberae sub pinnis pectoralibus insertae approximatae. Pinna dorsalis unica non divisa. Dentes vomero-palatini et maxillares. Dentes vomero-palatini in vittam curvatam collocati. Corpus fuscescens.
Philypnoides surakartensis Phil. corpore elongato antice cylindraceo postice compresso, altitudine 7 1/2 ad 8 in ejus longitudine; capite obtuso depresso 3 2/3 in longituiIne corporis; altitudine capitis 2 1/2 , latitudine 2 in ejus longitudine; oculis diametro 4 in longitudine capitis, in secunda quarta ejus parte sitis, diametro unico distantibus; dentibus maxillaribus parvis conicis pluriseriatis, vomero-palatinis in vittam curvatam dentibus maxillaribus parallelam dispositis, parvis, conicis, obtusis, pluriseriatis; squamis mediocribus deciduis 40 ? p. m. in serie longitudinali; pinnis dorsali analique humilibus longis basin pinnae caudalis non attingentibus, pectoralibus 6, ventralibus 8, caudali obtusa convexa 7 ad 7 1/2 in longitudino corporis; appendice anali conica, colore (speciminibus in spiritu vini conservatis) corpore pinnisque ex fuscescente viridi.
B. 5. D. 40 P. 16 V. 1/5. A. 26 C. 16.
Hab. | In flumine, Kali Pepeh , dicto prope Surakata , Java centralis . |
Longitudo. | 44 milimetr. |
Dentes vomerini in thurmam triquetram collocati. Corpus viride. Pinna caudalis supra ad basin macula nigra aurantiaco cincta.
Philypnus ophicephalus Blkr. Phil. corpore elongato antice cylindraceo postice compresso, altitudine 7 1/2 ad 8 1/2 in ejus longitudine; capite ohicephaloide obtuso depresso supra plano, 4 1/3 ad 4 1/5 in longitudine corporis;altitudine capitis 2, latitudine 1 2/3 in ejus longitudine; oculis diametro 6 in capitis longitudine, distantibus, in 2a quinta capitis parte sitis; dentibus vomerinis et maxillaribus parvis,, vomeriniis in thurmam triquetram collocatis; squamis minimis; pinnis dorsali proma corpore humiliore, secunda et anali acutis, pectoralibus et ventralibus 8 ad 8 1/2 caudali obtusa rotundata 6 in longitudine corporis; appendice anali quadrata; colore capite, corpore pinnisque viridi, lateribus irregulariter flavescente maculato, ventre albo; pinnis dorsalibus caudalique variegatis, caudali supra ad basin macula rotunda nigra aurantico cincta.
B. 5. D. 6 - 1/10. P. 1/15. V. 1/5. A. 1/9. C. 16.
Synon | Ikan Koto tjino Jav. Surabaya. |
Hab. | Surabaya in aquis fluvio-marinis plaudosis et in Freto Madurae. |
Longitudo | 71 ad 111 milimetr. |
An Philypnus ocellicauda Richards, forte eadem species? |
[ ... ]
[ ... ]
This text was originally published under the above title in: Verhandelingen van het Bataviaasch genootschap van kunsten en wetenschappen ;1849, vol 22, pp. 1-40.
© 2001 - 2008 snakeheads.org | HOME of this page |